De congregatie

Wat deden de zusters?

De zusters vingen daklozen en vluchtelingen op, deden vormingswerk voor de kerk, gingen op missie (= deden ontwikkelingswerk) naar Brazilië, verzorgden zieken en ouderen en gaven aandacht aan achterstandswijken. Ze boden een toevluchtoord voor mensen die op adem moesten komen. Ze gaven les op scholen en stichtten internaten. Door niet te kiezen voor het huwelijk, maar voor een baan in het onderwijs en les te geven aan meisjes, droegen ze actief bij aan de emancipatie van de samenleving. Werkende vrouwen en onderwijs voor meisjes waren in die tijd namelijk nog verre van vanzelfsprekend.

Het combineren van liefdadigheidswerk met maximale aandacht voor het spirituele, werd door veel zusters als een grote uitdaging ervaren. Het was in feite een dubbele dagtaak. Dat was wennen, maar leverde ook veel op. Door voort te zetten waar Franciscus mee was begonnen, ontstond er een diepere, rijkere beleving van gemeenschap.

Spiritualiteit

In het klooster was bidden als eten. De zusters deden het iedere dag en met grote regelmaat. En bovendien deden ze het met al hun zintuigen. Diep in gebed zijn betekende: voelen, horen, zien, ruiken en proeven. Je zou het een soort meditatie kunnen noemen, maar eigenlijk raak je daarmee niet aan wat bidden werkelijk betekende.

Bidden betekende voor de zusters: dichterbij komen bij datgene dat zoveel groter is dan zijzelf. Het gaf rust, vertrouwen, steun. Maar bidden betekende ook ‘vieren’. Zo werden in de kapel de nieuwe zusters verwelkomd. En er werd trots afscheid genomen van de zusters die vertrokken naar de Braziliaanse missie. In de kapel werden de gebeurtenissen voltrokken die samen het middelpunt van het leven van de zusters zouden vormen.

Vroomheid in veelvoud

200 Jaar geschiedenis (1797-1997) van de zusters is door Marit Monteiro beschreven in het boek Vroomheid in veelvoud.

Anders dan de meeste actieve zustercongregaties in Nederland zijn de Franciscanesssen van Oirschot contemplatief in oorsprong, wezen en oriëntatie. Die contemplatieve traditie hebben zij altijd bewaard, ook toen zij zich na 1840 toe gingen leggen op onderwijs en bejaardenzorg. Kenmerkend voor deze gemeenschap is dat zij vrouwen heeft aangetrokken met een duidelijke hang naar het actieve postolaat en vrouwen die juist naar een slotklooster wilden. Ieder van hen heeft de spanning tussen actie en contemplatie, ingebakken in de traditie en de geschiedenis van de congregatie, op eigen wijze beleefd. Die verschillen in beleving en de invloed daarvan op de kloostergemeenschap worden in deze studie onderzocht. Vroomheid in veelvoud beschrijft de ontwikkeling van de congregatie in Nederland en Brazilië, waar de Franciscanessen van Oirschot in 1926 een communiteit stichtten. In haar boek laat Marit Monteiro zien waar ontwikkelingen op spiritueel, institutioneel-bestuurlijk en organisatorisch niveau in elkaar grepen, elkaar versterkten of juist niet meer parallel liepen. Hierdoor wordt de groeiende complexiteit van het kloosterleven in der veranderende kerk en samenleving van na de Tweede Wereldoorlog scherp zichtbaar.

 

 

Bestel het boek

Het boek is te bestellen voor € 19,50 (inclusief verzending) door middel van het sturen van een e-mail via deze link.

 

Klooster_schuin_bijgesneden.JPG

Zusters in de klas

Zusters in de klas

De zusters Franciscanessen worden nog regelmatig gevraagd om op school te vertellen over het kloosterleven en De Weg van Franciscus. Zuster Charlotte bezocht groep vier van de Tillianderschool in Tilburg en vertelt: "Van het museum had ik de drie poppen, 'n koord met drie knopen, een rozenkrans, verschillende sluiers, een hulsel en nog wat andere spulletjes meegekregen. Daarmee ben ik in de klas aan de slag gegaan."

zusters_voor_de_klas.jpg

Enthousiast

"De kinderen stelden veel vragen. Of we wel eens straf kregen en of we wel mochten hollen. Ik vertelde dat ik een keer heel hard de trap op was gerend en toen aan de trapleuning ben blijven haken. Ze konden er om lachen. Op mijn vraag of iemand aangekleed wilde worden met een sluier, kwamen er genoeg vingers. Ze vonden het prachtig. Later hoorde ik van een van de moeders dat haar dochter heel enthousiast was over de dingen die ik had laten zien en had verteld."

"Tot slot gaf ik alle kinderen een plaatje van Franciscus waar hij tot de vogels spreekt. Toen ik vroeg of ze wisten waarom hij dat deed, gaf een kind het antwoord dat Franciscus veel van dieren hield. Een meisje zei dat hij tot de vogels sprak, omdat de mensen niet naar hem luisterden. Inspirerende antwoorden. Als dank kreeg ik een boekwerk met 29 tekeningen over Franciscus die de kinderen zelf hadden gemaakt."